ADR Landendocumentatie Nederland

Behoudens het hieronder bepaalde wordt een éénmaal aangevangen transport zonder noodzaak niet onderbroken en zo spoedig mogelijk voltooid.


1. Toestemming laden of lossen

Er zijn verschillende stoffen, waarvoor beperkingen bestaan in verband met laden of lossen.

Het is verboden met een tankwagen, afneembare tank, batterijwagen, tankcontainer, MEGC, mobiele tank of containers voor losgestort vervoer, gevaarlijke stoffen te laden en te lossen elders dan op het adres van de afzender, vuller, belader of de ontvanger, alsmede op plaatsen waar gevaarlijke stoffen worden aangewend (bv. tankstations)

Het laden of lossen van ontplofbare stoffen en voorwerpen van klasse 1 in hoeveelheden die per transporteenheid groter zijn dan de vrijgestelde hoeveelheden van 1.1.3.6., alsmede vuurwerk met van UN 0336 en 0337 met een totale netto explosieve massa > 20 kilogram dient te gebeuren onder toezicht van een deskundige.


2. Tunnels

In Nederland zijn de volgende tunnelcategorieën van kracht:

Categorie A

  • Roertunnel
  • Schipholtunnel
  • Swalmentunnel
  • Leidsche Rijntunnel
  • Koning Willem-Alexandertunnel

Categorie B

In Nederland zijn geen categorie B-tunnels aangewezen.

Categorie C

  • Beneluxtunnel
  • Coentunnel
  • Drechttunnel
  • Heinenoordtunnel
  • Ketheltunnel
  • Kiltunnel
  • Noordtunnel
  • Salland-Twentetunnel
  • Sijtwendetunnel
  • Sluiskiltunnel
  • Thomassentunnel
  • Victory Boogie Woogietunnel
  • Vlaketunnel
  • Waterwolftunnel
  • Westerscheldetunnel
  • Wijkertunnel
  • Zeeburgertunnel

Categorie D

  • Botlektunnel
  • Hubertustunnel
  • IJtunnel
  • Koningstunnel
  • Maasboulevardtunnel
  • Maastunnel
  • Michiel de Ruijtertunnel
  • Piet Heintunnel
  • Spaarndammertunnel
  • Stationspleintunnel
  • Velsertunnel

Categorie E

  • ArenAtunnel
  • Stadsbaantunnel

3. Routeplichtige stoffen

Voor een aantal gevaarlijke stoffen geldt in Nederland een zogenaamde routeplicht. Deze houdt in dat gemeenten binnen hun gemeentegrens routes kunnen aanwijzen die verplicht gevolgd moeten worden bij het vervoer van sommige gevaarlijke stoffen. Voor provincies geldt de verplichting om voor het doorgaande vervoer van alle gevaarlijke stoffen op hun, of bij waterschappen in beheer zijnde wegen een netwerk aan te wijzen.

Klasse Vervoer in tanks Vervoer in colli in hoeveelheden groter dan 1.1.3.6
1 Alle stoffen Alle stoffen en voorwerpen boven de hoeveelheden als bedoeld in 1.1.3.6 met uitzondering van de stoffen en voorwerpen genoemd onder subklasse 1.4.
2 Alle brandbare en/of giftige gassen waarvoor een etiket volgens modelnr. 2.1 en/of 2.3 is voorgeschreven.  
4.1   Zelfontledende stoffen met explosieve eigenschappen (type B), stoffen waarvoor een etiket volgens modelnr. 4.1 en 1 is voorgeschreven.
4.2  Stoffen van verpakkingsgroep I.  
4.3 Alle stoffen  
5.2   Organische peroxides met explosieve eigenschappen (type B), stoffen waarvoor een etiket volgens modelnr. 5.2 en 1 is voorgeschreven.
Organische peroxides met explosieve eigenschappen (type B), stoffen waarvoor een etiket volgens modelnr. 5.2 en 1 is voorgeschreven.
6.1 Stoffen van verpakkingsgroep I die specifiek als giftig bij inademing zijn aangemerkt ingevolge de juiste vervoersnaam als bedoeld in randnummer 3.2.1 van bijlage 1 of middels bijzondere bepaling 354 van hoofdstuk 3.3 van bijlage 1.  
8 De stoffen met de volgende UN-nummers: 1829, 2240, 2502 en 2817 lege tanks, voertuigen of containers ongereinigd van hierboven genoemde stoffen. UN-nummer 2502

De routeplichtige stoffen zijn vastgelegd in het VLG (Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen). Volgens de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen zijn de gemeenten en de provincies de instanties voor het aanwijzen van de route gevaarlijke stoffen. Zij moet dit vastleggen en officieel bekend maken in de Staatscourant. Voor een overzicht van de routes kan contact worden opgenomen met de betreffende gemeente.

De wegen of weggedeelten die deel uitmaken van routering, moeten zijn aangeduid door borden volgens onderstaand model (oranje achtergrond met zwarte tekens):


3.1 Er is geen route gevaarlijke stoffen aanwezig

De bebouwde kom moet worden vermeden, ongeacht de hoeveelheid en soort van de vervoerde gevaarlijke stoffen, behalve:

  • Voor laden en/of lossen binnen de dorpskernen
  • Als redelijkerwijze geen andere route beschikbaar is

Dit geldt ook voor vrijgestelde en beperkte hoeveelheden.

 

4. Vervoer bij slecht weer

Het vervoer van gevaarlijke stoffen met transporteenheden mag niet geschieden indien het zicht door weersomstandigheden (mist, sneeuw en regen) beperkt is.

4.1 Zicht < 200 meter


Indien het zicht door weersomstandigheden zoals mist, sneeuw en regen < 200 meter, geldt een vervoersverbod voor:

  • Gevaarlijke stoffen te vervoeren in transporteenheden met tanks met een capaciteit van > 3.000 liter;
  • Vuurwerk boven de vrijgestelde hoeveelheden van 1.1.3.6, alsook vuurwerk van UN 0336 en 0337 met een totale netto explosieve massa > 20 kg.

4.2 Zicht < 50 meter of glad wegdek

Indien het zicht door weersomstandigheden zoals mist, sneeuw en regen < 50 meter, of bij een glad wegdek, geldt een vervoersverbod voor:

  • Gevaarlijke stoffen te vervoeren in tanks, losgestort of in colli, boven de vrijgestelde hoeveelheden van 1.1.3.6;
  • Vuurwerk van UN 0336 en 0337 met een totale netto explosieve massa > 20 kg.

4.3 Ontheffing

  • De minister kan ontheffing verlenen van het verbod bij glad wegdek, indien:
    • Sprake is van langdurige gladheid
    • Het spoedeisende karakter van het vervoer naar zijn oordeel genoegzaam is aangetoond (de afdeling Gevaarlijke Stoffen en Advies van de Toezichteenheid Goederenvervoer van de Inspectie Verkeer en Waterstaat verleent de ontheffing - voor informatie over de wegen en de weersomstandigheden kan men zich wenden tot het Korps Landelijke Politiediensten)

5. Zoutveer

5.1 Definitie en plaatsen

Onder ‘zout veer’ wordt verstaan: schip waarmee tegelijkertijd voertuigen en passagiers, andere dan de bemanning van de voertuigen, worden vervoerd over één van de volgende trajecten:

  • Texel - Den Helder
  • Vlieland - Harlingen
  • Terschelling - Harlingen
  • Ameland - Holwerd
  • Schiermonnikoog - Lauwersoog

Het vervoer van gevaarlijke stoffen op een zout veer in tanks of in colli in hoeveelheden die niet onder de vrijstelling van 1.1.3.6 ADR vallen, is niet toegestaan, met uitzondering van de in tabel 2 vermelde stoffen.
Het vervoer van de in tabel 2 vermelde stoffen is slechts toegestaan indien:

  1. ten hoogste twee transporteenheden als laatste geplaatst op een open rijdek; of
  2. ten hoogste één transporteenheid als laatste geplaatst op een gesloten rijdek.

Onder ‘open rijdek’ wordt verstaan: rijdek op een schip waarop het openen van de boegdeur en de hekdeur geen negatief effect heeft op de lekstabiliteit van het schip. Op een gesloten rijdek van een zout veer wordt geen transporteenheid geplaatst die beladen is met stoffen van klasse 3 met verpakkingsgroep I en II. Rondom de transporteenheden beladen met gevaarlijke stoffen wordt tijdens de vaart in het horizontale vlak t.o.v. andere voertuigen een vrije ruimte aangehouden van ten minste twee meter en een afstand van ten minste vijf meter t.o.v. passagiers. De bestuurder of bijrijder van een transporteenheid met gevaarlijke stoffen blijft tijdens de vaart bij zijn voertuig. De bestuurder van een transporteenheid beladen met andere gevaarlijke stoffen dan die zijn vermeld in tabel 2, verstrekt, alvorens een zout veer op te rijden, aan de schipper of de kapitein, dan wel aan een daartoe aangewezen personeelslid van de waldienst de benodigde informatie omtrent aard en de hoeveelheid gevaarlijke stoffen. Rederijen kunnen aanvullende of beperkende maatregelen treffen.

5.2. Nooit toegestaan

Tabel 2 (zie hieronder) vermeldt de stoffen, wijze van vervoer en hoeveelheden waarvan het vervoer verboden is met een zoutveer.

UN-nummer Vervoer in tanks
1072 Zuurstof, samengeperst

1202

Dieselolie of Gasolie of Stookolie, licht
1203 Benzine
1223 Kerosine
1791 Hypochloriet, oplossing
1863 Brandstof voor straalvliegtuigen
1951 Argon, sterk gekoeld, vloeibaar
1977 Stikstof, sterk gekoeld, vloeibaar
2796 Zwavelzuur met ten hoogste 51% zuur of Accumulatorvloeistof, zuur
3082 Milieugevaarlijke vaste stof, n.e.g.
3257 Verwarmde vloeistof, n.e.g.
3295 Koolwaterstoffen, vloeibaar, n.e.g.
3373 Biologische stof, categorie B
Lege tanks, voertuigen of containers, ongereinigd van hierboven genoemde stoffen


  • Het vervoer van andere gevaarlijke stoffen dan vermeld in Tabel 1 is slechts toegestaan indien het betreft:
    • Ten hoogste twee transporteenheden, als laatste geplaatst op een open rijdek
    • Ten hoogste één transporteenheid, als laatste geplaatst op een gesloten rijdek
  • Op een gesloten rijdek van een zoutveer wordt geen transporteenheid geplaatst die beladen is met stoffen van klasse 3, verpakkingsgroep I en II
  • Rondom de transporteenheden, beladen met gevaarlijke stoffen worden in horizontale richting een vrije ruimte aangehouden van ten minste twee meter en een afstand van ten minste 5 meter ten opzichte van de passagiers.
  • De bestuurder of bijrijder van een transporteenheid met gevaarlijke stoffen blijft tijdens de vaart bij zijn voertuig
  • De bestuurder van een transporteenheid beladen met andere gevaarlijke stoffen dan die zijn vermeld in Tabel 1, verstrekt, alvorens een zoutveer op te rijden, aan de schipper dan wel aan een daartoe aangewezen personeelslid van de waldienst de nodige informatie omtrent de aard en hoeveelheid van de vervoerde gevaarlijke stoffen.
  • Rederijen kunnen aanvullende of beperkende maatregelen treffen

6. Ponten over binnenwateren

Bij het kruisen van een binnenwater zijn volgende voorschriften van toepassing op het vervoer van voertuigen op schepen, anders dan bedoeld bij een zout veer:

  • Transporteenheden geladen met ontplofbare stoffen en voorwerpen van klasse 1 moeten op het schip worden toegelaten met voorrang op andere voertuigen en/of personen. Tegelijkertijd mogen er zich geen andere voertuigen en/of personen op de pont bevinden, tenzij deze personen behoren tot de bemanning van de transporteenheid of nodig zijn voor de bediening van de pont.
  • Transporteenheden met tanks die geladen zijn met ADR-producten, en ook zo zijn gekenmerkt, moeten zodanig op de pont worden geplaatst, dat zij snel kunnen worden verwijderd, indien nodig.
  • De bestuurder van een transporteenheid geladen met gevaarlijke stoffen is verplicht, alvorens het schip op te rijden, aan de schipper of aan een daartoe aangeduid personeelslid van de waldienst de nodige informatie te verstrekken omtrent de aard en de hoeveelheid van de vervoerde gevaarlijke stoffen.

Deze voorschriften gelden ook voor het vervoer van lege, ongereinigde verpakkingen, tankwagens, tankcontainers, enz.


7. Individuele ontheffing in Nederland

Wordt afgegeven door de Minister van Verkeer en Waterstaat, gemandateerd aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, VervoersInformatieCentrum (VIC) en de Toezichteenheid Goederenvervoer. De vervoerder of de afzender kan afwijkingen aanvragen. Deze ontheffing kan verschillende vormen aannemen: van één bepaald transport tot één jaar.


8. Consent van invoer, uitvoer of doorvoer en vergunning in Nederland

Bij in-, uit- of doorvoer van munitie van klasse 1 moet er een consent zijn, verleend door de korpschef van de desbetreffende Regiopolitie.

Bij vervoer van explosieven, met uitzondering van munitie en pyrotechnische stoffen voor civiel gebruik, moeten vervoerder en ontvanger beschikken over een vergunning, afgeleverd door de politie.

Er moet ook een vergunning zijn afgeleverd door het College van Burgemeester en Wethouders van de bestemming in het binnenland of, indien het vervoer eindigt in het buitenland, een goedkeuring door het ministerie van VROM.


9. Meer informatie

Inspectie Leefomgeving & Transport
Postbus 90653
2509 LR Den Haag
Tel.: +31-(0)70.456.26.66
MIC:088-4890000
https://www.ilent.nl/


Voor radioactieve stoffen kan u terecht bij:

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS)
Visiting address
Koningskade 4
2596 AA Den Haag
Tel.: +31-(0)886025812
https://www.autoriteitnvs.nl/

10. Noodnummer

Europees hulpnummer: 112


11. Taal

Nederlands





De ADR Landen

De meeste Europese landen die het ADR hebben ondertekend, hebben dit internationale reglement bijna integraal overgenomen voor het binnenlandse vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg.
Toch hebben de meeste landen nog een aantal specifieke verkeersreglementen, verplichtingen, beperkingen, et cecetra toegevoegd aan hun nationale ADR bepalingen.
Hieronder vindt u een overzicht van deze specifieke reglementeringen per land en/of de adresgegevens van de betrokken autoriteit.

Landenoverzicht



© Jolmers Veiligheid & Advies 03-2025 | Jolmers Advies BV | ADR e-learning | ADR webshop | Sitemap