Jolmers als extern veiligheidsadviseur ADR

Sinds 1 januari 2000 is de Regeling Veiligheidsadviseur van kracht geworden. In deze regeleing staat dat elke onderneming waarvan de bedrijvigheid het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, of het met dit vervoer samenhangende verpakken, beladen, vullen of lossen omvat, moet een of meer ADR veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen, benoemen. Dit kan een interne veiligheidsadviseur zijn, maar ook kan een extern veiligheidsadviseur ADR worden ingehuurd. Dit geldt niet alleen voor transportbedrijven of vervoerders maar ook bijvoorbeeld voor organisaties waar tankauto's worden gelost of waar een grote afvalstroom van gevaarlijke stoffen is zoals bijvoorbeeld in een zorginstelling of een ziekenhuis.

Taken

De werkzaamheden van de (extern) veiligheidsadviseur zijn vastgelegd in de ADR wet.
De taken van de veiligheidsadviseur zijn afhankelijk van de activiteiten van de onderneming en worden beschreven in hoofdstik 1.8.3 van het ADR. Ze bestaan onder ander uit:

  • nagaan of de voorschriften betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen worden nageleefd
  • de onderneming van advies dienen bij werkzaamheden die het vervoer van gevaarlijke goederen betreffen
  • het opstellen van een ADR jaarverslag over de activiteiten van de onderneming met betrekking tot gevaarlijke stoffen
  • het opstellen van een ongevallenrapport in voorkomende gevallen.

Een overzicht van alle taken van de veiligheidsadviseur vindt u hier

Jolmers Advies BV als uw externe veiligheidsadviseur

Indien u Jolmers Advies BV als uw externe veiligheidsadviseur in huurt, dan verzorgen wij alle wettelijk noodzakelijke werkzaamheden met betrekking tot het vervoer gevaarlijke stoffen.


Artikel 1.8.3 ADR

1.8.3 Veiligheidsadviseur

1.8.3.1 Elke onderneming waarvan de bedrijvigheid het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, of het met dit vervoer samenhangende verpakken, beladen, vullen of lossen omvat, moet een of meer veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen, benoemen, die ermee zijn belast te helpen bij de preventie van de aan dit soort activiteiten verbonden gevaren voor de veiligheid van personen, bezittingen en het milieu.

1.8.3.2 De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen bepalen dat deze voorschriften niet van toepassing zijn op ondernemingen:
a) waarvan de betrokken activiteiten betrekking hebben op hoeveelheden per transporteenheid, die kleiner zijn dan de in 1.1.3.6, 1.7.1.4 en in de hoofdstukken 3.3, 3.4 en 3.5 vastgestelde hoeveelheden, of
b) waarvan de hoofd- en nevenactiviteit niet bestaat in het vervoer van gevaarlijke goederen of met dat vervoer samenhangende verpakken, vullen, beladen of lossen, doch die incidenteel binnenlands vervoer van gevaarlijke goederen of met dat vervoer samenhangende verpakkings-, vul-, laad- of loswerkzaamheden verrichten die een minimale mate van gevaar of milieuverontreiniging inhouden.

1.8.3.3 De adviseur heeft onder de verantwoordelijkheid van de bedrijfsleider in de eerste plaats tot taak om er, binnen de grenzen van de betrokken activiteiten van de onderneming, met alle mogelijke middelen en maatregelen voor te zorgen dat deze activiteiten gemakkelijker met inachtneming van de toepasselijke regelgeving en onder optimale veiligheidsvoorwaarden kunnen plaatsvinden.
Zijn aan de activiteiten van de onderneming aangepaste taken zijn in het bijzonder:

  • nagaan of de voorschriften betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen worden nageleefd;
  • de onderneming van advies dienen bij werkzaamheden die het vervoer van gevaarlijke goederen betreffen;
  • een voor de bedrijfsleiding of in voorkomend geval voor een plaatselijke overheid bestemd jaarverslag opstellen over de activiteiten van de onderneming met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen. Deze jaarverslagen worden vijf jaar bewaard en desgewenst ter beschikking gesteld van de nationale autoriteiten;

De taken van de adviseur omvatten bovendien het controleren van de volgende praktijken en procedures met betrekking tot de betrokken activiteiten:

  • de werkwijzen die de naleving van de voorschriften betreffende het identificeren van de vervoerde gevaarlijk goederen ten doel hebben;
  • de praktijk van de onderneming betreffende het in aanmerking nemen, bij de aankoop van vervoermiddelen, van eventuele bijzondere vereisten met betrekking tot de vervoerde gevaarlijke goederen;
  • de werkwijzen om het voor het vervoer van gevaarlijke goederen of voor het verpakken, vullen, laden en lossen gebruikte materieel te controleren;
  • het feit dat de betrokken werknemers van de onderneming een passende opleiding hebben ontvangen, onder meer over de wijzigingen van de voorschriften, en dat deze opleiding in hun dossier is gedocumenteerd;
  • het opzetten van passende noodprocedures bij eventuele ongevallen of voorvallen die de veiligheid tijdens het vervoer van gevaarlijke goederen of tijdens het verpakken, vullen, laden en het lossen in gevaar kunnen brengen;
  • het verrichten van analyses en zonodig het opstellen van rapporten over de ongevallen, voorvallen of tijdens het vervoer van gevaarlijke goederen of tijdens het verpakken, vullen, laden en het lossen geconstateerde ernstige inbreuken;
  • het invoeren van passende maatregelen om herhaling van ongevallen, voorvallen of ernstige inbreuken te voorkomen;
  • het in aanmerking nemen van de wettelijke voorschriften en de bijzondere behoeften met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen, voor wat betreft de keuze en het gebruik van onderaannemers of andere tussenpersonen;
  • het controleren of het personeel dat aangewezen is voor het vervoer of het verpakken, vullen, laden en lossen van gevaarlijke goederen, beschikt over gedetailleerde uitvoeringsprocedures en instructies;
  • het invoeren van maatregelen voor de bewustmaking voor de gevaren die verbonden zijn aan het vervoer en aan het verpakken, vullen, laden en lossen van gevaarlijke goederen;
  • het invoeren van controlemethoden om ervoor te zorgen dat de documenten en veiligheidsuitrusting die het vervoer moeten begeleiden, zich aan boord van de vervoermiddelen bevinden en conform de voorschriften zijn;
  • het invoeren van controlemethoden om ervoor te zorgen dat de voorschriften met betrekking tot het verpakken, vullen, laden en lossen worden nageleefd;
  • de aanwezigheid van een beveiligingsplan overeenkomstig 1.10.3.2;

© Jolmers Veiligheid & Advies 11-2024 | Jolmers Advies BV | ADR e-learning | ADR webshop | Sitemap