Welkom in onze ADR Wiki. Hier vind je actuele landendocumentatie, vrijstellingen en praktische tips over het ADR. Deze kennisbank wordt door Jolmers Veiligheid & Advies continu bijgewerkt.
De ADR-wetgeving stelt minimumeisen aan opleidingen voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen. Elk ADR-land werkt deze eisen op nationaal niveau verder uit – in Nederland via het VLG, in Duitsland via het GGVSEB. Hierdoor ontstaan verschillen in opzet, inhoud en examinering. Hieronder leggen we de belangrijkste verschillen uit.
In Nederland worden ADR-examens uitsluitend afgenomen bij CBR-locaties. In Duitsland komt de examinator, bij minimaal 8 kandidaten, naar elke gewenste cursuslocatie. Wij laten het examen doorgaans direct na de cursus op locatie afnemen – dit bespaart tijd en verletkosten.
In Nederland worden bij herhaling alle gevolgde modules opnieuw getoetst. Een chauffeur met Basis, Tank, Klasse 1 en Klasse 7 legt dus vier aparte examens af. In Duitsland volstaat één gecombineerd herhalingsexamen, ongeacht het aantal modules. Dit is wettelijk toegestaan en scheelt aanzienlijk in cursusduur en kosten.
Als enige ADR-land bevat het Nederlandse examen een casus als vervanging van het mondelinge examen. Voor kandidaten met minder taalvaardigheid levert dit regelmatig moeilijkheden op. Het Duitse examen is praktischer van aard en herkenbaarder voor chauffeurs. Een woordenboek mag tijdens het Duitse examen worden gebruikt.
Bepaalde onderdelen zijn in Nederland verplicht examenstof, maar dat is in Duitsland niet het geval. Denk aan de 1000-puntenregeling of het volledig kunnen ontcijferen van verpakkingscodes. In Duitsland is dit de verantwoordelijkheid van de afzender, niet van de chauffeur.
De opbouwmodules (Tank, Klasse 1, Klasse 7) zijn in Duitsland inhoudelijk zwaarder. Klasse 1 bevat ook springstoffenwetgeving (SprenG), Klasse 7 bevat stralingswetgeving. De Duitse Tankmodule vereist een praktijkdeel. Daarom geven wij deze modules in Nederland met CBR-examen, wat efficiëntie oplevert – maar buitenlandse certificaten moeten eerst worden omgezet naar een Nederlands ADR-pasje.
In Nederland mogen basis- en herhalingskandidaten samen les volgen, in Duitsland is dat verboden. Ook is de groepsgrootte in Duitsland gelimiteerd tot 20 personen, tegenover 25 in Nederland.
In Nederland is het toegestaan (een deel van) de ADR-opleiding via e-learning te volgen. In Duitsland is dat nog niet geaccepteerd. Bovendien leveren Nederlandse cursussen meer nascholingsuren (Code 95) op dan Duitse. Zo kan men in Nederland voor initiële cursussen tot 3 dagen nascholing ontvangen, in Duitsland meestal slechts 1 dag (uitzondering: tankmodule = 1 extra dag). Bij herhaling zijn dit maximaal 2 dagen in Nederland en 1 dag in Duitsland.
De minimale eisen voor cursusduur en inhoud zijn vastgelegd in ADR 8.2.2.4. De wederzijdse erkenning van ADR-certificaten is geregeld in artikel 8.2.1.6. Zowel de Nederlandse als Duitse opleidingen voldoen aan deze minimumnormen.
Voor beide cursussen is SOOB-subsidie mogelijk, mits de deelnemer onder de transport-CAO valt.
Voor specifieke nationale eisen (certificaat, geldigheid, tunnelcodes, bijkomende voorschriften) ga je naar het alfabetische overzicht:
➜ Naar alle ADR‑landenpagina’s